Prioriteitsvolgorde van berekeningen
De calculator voert berekeningen uit volgens een prioriteitsvolgorde van berekeningen.
In principe worden berekeningen van links naar rechts uitgevoerd.
Expressies tussen haakjes hebben de hoogste prioriteit.
Hier volgt de prioriteitsvolgorde voor elk afzonderlijk commando.
1 | Uitdrukkingen tussen haakjes |
---|---|
2 | Functies met haakjes (sin(, log(, f(, g(, enz., functies die een argument naar rechts verplaatsen, functies waarvoor een haakje sluiten na het argument nodig is) |
3 | Functies die komen na de invoerwaarde (x2, x-1, x!, °’ ”, °, r, g, %), machten (), wortels () |
4 | Breuken |
5 | Minteken ((-)) |
6 | Waarden geschat door de app Statistiek (xˆ, yˆ, xˆ1, xˆ2) |
7 | Vermenigvuldiging waarbij het vermenigvuldigingsteken is weggelaten |
8 | Permutatie (nPr), combinatie (nCr) |
9 | Vermenigvuldigen (×), delen (÷) |
10 | Optellen (+), aftrekken (−) |
Als een berekening een negatieve waarde bevat, moet u de negatieve waarde mogelijk tussen haakjes plaatsen. Als u bijvoorbeeld de waarde -2 wilt kwadrateren, moet u het volgende invoeren: (-2)2. Dit komt omdat x2 een functie is die wordt voorafgegaan door een waarde (prioriteit 3, hierboven), waarvan de prioriteit groter is dan het minteken, dat een prefix-symbool is (prioriteit 5).
Voorbeeld:
((-))2 -22 = -4
((-))2 (-2)2 = 4