Voornaamste instellingen van de Digitale Piano

Stroom-aan waarschuwing

De [Stroom-aan waarschuwing] kan op <Ingeschakeld> of <Uitgeschakeld> worden gezet.

Zie “Stroom-aan waarschuwing” voor verdere informatie.

  1. Houd de “FUNCTION” toets ingedrukt en druk dan op de F{7 klaviertoets (Stroom-aan waarschuwing).

    In-/uitschakelen of veranderen van instelwaarden met behulp van een enkele klaviertoets (bedieningstype D)

    Figure

Instelling

Details van de instelling

Uitgeschakeld

De stroom-aan waarschuwing is uitgeschakeld.

Ingeschakeld

De stroom-aan waarschuwing is ingeschakeld.

Automatische stroomonderbreker

De [Automatische stroomonderbreker] kan op <Ingeschakeld> of <Uitgeschakeld> worden gezet.

Zie “Automatische stroomonderbreker” voor verdere informatie.

  1. Houd de “FUNCTION” toets ingedrukt en druk dan op de B}0 klaviertoets (Automatische stroomonderbreker).

    In-/uitschakelen of veranderen van instelwaarden met behulp van een enkele klaviertoets (bedieningstype D)

    Figure

Instelling

Details van de instelling

Uitgeschakeld

De automatische stroomonderbreker is uitgeschakeld.

Ingeschakeld

De automatische stroomonderbreker is ingeschakeld.

Helderheid van de tiptoetsen

  1. Houd de “FUNCTION” toets ingedrukt en druk dan op de B}6 klaviertoets (Helderheid van tiptoetsen).

    In-/uitschakelen of veranderen van instelwaarden met behulp van een enkele klaviertoets (bedieningstype D)

    Figure

Instelling

Details van de instelling

1

De tiptoetsen zijn minder helder.

2

De tiptoetsen hebben de normale helderheid.

Gevoeligheid van de tiptoetsen op het op linker paneel

  1. Houd de “FUNCTION” toets ingedrukt en druk dan op de B6 of C7 klaviertoets.

    Gebruik van de +/– klaviertoetsen om de instelwaarde met 1 te verhogen of verlagen (bedieningstype B)

    Figure

Klaviertoets

Instelling

B6

Verlaagt de gevoeligheid van de tiptoetsen met 1 (–).

C7

Verhoogt de gevoeligheid van de tiptoetsen met 1 (+).

Gevoeligheid van de tiptoetsen op het voorpaneel

  1. Houd de “FUNCTION” toets ingedrukt en druk dan op de C{7 of D7 klaviertoets.

    Gebruik van de +/– klaviertoetsen om de instelwaarde met 1 te verhogen of verlagen (bedieningstype B)

    Figure

Klaviertoets

Instelling

C{7

Verlaagt de gevoeligheid van de tiptoetsen met 1 (–).

D7

Verhoogt de gevoeligheid van de tiptoetsen met 1 (+).

Paneelvergrendeling

Zet [Paneelvergrendeling] op <Ingeschakeld> om de bediening van de paneeltoetsen te vergrendelen. Als <Automatisch> wordt ingesteld, zal de bediening automatisch vergrendelen tijdens uitvoeringen om te voorkomen dat er tijdens een uitvoering abusievelijk een bediening wordt verricht.

  1. Houd de “FUNCTION” toets ingedrukt en druk dan op de C8 klaviertoets (Paneelvergrendeling).

    In-/uitschakelen of veranderen van instelwaarden met behulp van een enkele klaviertoets (bedieningstype D)

    Figure

Instelling

Meldtoon

Details van de instelling

Uitgeschakeld

Toon voor Uit

De paneelvergrendeling is uitgeschakeld.

Ingeschakeld

1 meldtoon

De paneelvergrendeling is ingeschakeld.

Automatisch

2 meldtonen

De paneelvergrendeling is alleen tijdens uitvoeringen ingeschakeld.

Instellingen voor de paneelverlichting

  1. Houd de “FUNCTION” toets ingedrukt en druk dan op de G7 klaviertoets (Instelling van paneelverlichting).

    In-/uitschakelen of veranderen van instelwaarden met behulp van een enkele klaviertoets (bedieningstype D)

    Figure

Instelling

Meldtoon

Details van de instelling

Uit

Toon voor Uit

De verlichting van de tiptoetsen gaat niet uit.

5 sec.

1 meldtoon

Als de ingestelde tijd verstrijkt zonder dat er een bediening op het paneel wordt uitgevoerd, zal de verlichting van alle tiptoetsen uitgaan.

15 sec.

2 meldtonen

30 sec.

3 meldtonen

60 sec.

4 meldtonen

120 sec.

5 meldtonen

Volume van de meldtonen

  1. Houd de “FUNCTION” toets ingedrukt en druk dan op de A7 of B}7 klaviertoets.

    Gebruik van de +/– klaviertoetsen om de instelwaarde met 1 te verhogen of verlagen (bedieningstype B)

    Figure

Klaviertoets

Instelling

A7

Verlaagt het meldtoonvolume met 1 (–).

B}7

Verhoogt het meldtoonvolume met 1 (+).

A7 + B}7

Het meldtoonvolume wordt teruggezet op de standaardinstelling.

Selecteren van de meldtonenset

U kunt uw favoriete meldtonen kiezen uit drie verschillende meldtonensets.

  1. Houd de “FUNCTION” toets ingedrukt en druk dan op de B7 klaviertoets (Selectie van meldtonenset).

    In-/uitschakelen of veranderen van instelwaarden met behulp van een enkele klaviertoets (bedieningstype D)

    Figure

Volumesynchronisatie-equalizer

Deze functie corrigeert automatisch de geluidskwaliteit bij een hoge of lage instelling van de volumeknop. De lage en hoge tonen zullen goed hoorbaar zijn ook als het volume laag is ingesteld.

  1. Houd de “FUNCTION” toets ingedrukt en druk dan op de F7 klaviertoets (Volumesynchronisatie-equalizer).

    In-/uitschakelen of veranderen van instelwaarden met behulp van een enkele klaviertoets (bedieningstype D)

    Figure

Instelling

Meldtoon

Details van de instelling

Uit

Toon voor Uit

Er is geen correctie van de geluidskwaliteit.

Zwak

1 meldtoon

Zwakke correctie van de geluidskwaliteit.

Medium

2 meldtonen

Standaard correctie.

Sterk

3 meldtonen

Sterke correctie van de geluidskwaliteit.

Luidsprekerweergave

Met deze instelling kiest u of er wel of geen geluid via de luidsprekers van de Digitale Piano wordt weergegeven.

  1. Houd de “FUNCTION” toets ingedrukt en druk dan op de E}7 klaviertoets (Luidsprekerweergave).

    In-/uitschakelen of veranderen van instelwaarden met behulp van een enkele klaviertoets (bedieningstype D)

    Figure

Instelling

Meldtoon

Details van de instelling

Uitgeschakeld

Toon voor Uit

Er wordt geen geluid via de luidsprekers van de Digitale Piano weergegeven.

Ingeschakeld

1 meldtoon

Er wordt wel geluid via de luidsprekers van de Digitale Piano weergegeven.

Automatisch

2 meldtonen

Als er een stekker in de PHONES aansluiting is gestoken, wordt er geen geluid via de luidsprekers van de Digitale Piano weergegeven. Als er geen stekker in de aansluiting zit, wordt er geluid via de luidsprekers weergegeven.

Hoofdtelefoonmodus

Bij gebruik van een hoofdtelefoon zorgt deze functie ervoor dat het geluid klinkt alsof u op een akoestische piano speelt.

  1. Houd de “FUNCTION” toets ingedrukt en druk dan op de E7 klaviertoets (Hoofdtelefoonmodus).

    In-/uitschakelen of veranderen van instelwaarden met behulp van een enkele klaviertoets (bedieningstype D)

    Figure

Instelling

Details van de instelling

Uit

De hoofdtelefoonmodus is uitgeschakeld.

Aan

De hoofdtelefoonmodus is ingeschakeld.