Aanpassen van de geluidskarakteristieken van de voorkeuzes voor de akoestische piano (Akoestieksimulator)

De pianotonen van deze Digitale Piano bevatten ingebouwde elementen die kenmerkend zijn voor het geluid van een akoestische piano. Elk van deze toonkenmerken kan worden aangepast.

Instellen van de snaarresonantie

Bij het spelen op een akoestische piano zullen de snaren, die de boventonen zijn van de klaviertoetsen die u speelt, resoneren. U kunt de resonantie instellen met het onderdeel [Snaarresonantie].

Instellen van de [Snaarresonantie] op <Toon> of <Uit>

  1. Houd de “SOUND MODE” toets ingedrukt en druk dan op de C{3 of D3 klaviertoets.

    Rechtstreeks selecteren van een instelwaarde (bedieningstype A)

    Figure

Toetsenbord

Instelling

Details van de instelling

C{3

Toon

Selecteert automatisch een waarde die geschikt is voor de huidige toon.

D3

Uit

Schakelt de snaarresonantie uit.

Instellen van de resonantie door veranderen van de waarde van de [Snaarresonantie] instelling

  1. Houd de “SOUND MODE” toets ingedrukt en druk dan op de E}3 of E3 klaviertoets.

    Gebruik van de +/– klaviertoetsen om de instelwaarde met 1 te verhogen of verlagen (bedieningstype B)

    Figure

Toetsenbord

Details van de instelling

E}3

Verlaagt de sterkte van de snaarresonantie met 1 (–).

E3

Verhoogt de sterkte van de snaarresonantie met 1 (+).

Instellen van de dempresonantie

Wanneer het demppedaal op een akoestische piano wordt ingedrukt, worden de snaren van alle 88 klaviertoetsen vrijgezet, wat betekent dat alle snaren die harmonischen zijn van de gespeelde klaviertoetsen resoneren. U kunt de sterkte van de resonantie instellen met het onderdeel [Dempresonantie].

Instellen van de [Dempresonantie] op <Toon> of <Uit>

  1. Houd de “SOUND MODE” toets ingedrukt en druk dan op de F3 of F{3 klaviertoets.

    Rechtstreeks selecteren van een instelwaarde (bedieningstype A)

    Figure

Toetsenbord

Instelling

Details van de instelling

F3

Toon

Selecteert automatisch een waarde die geschikt is voor de huidige toon.

F{3

Uit

Schakelt de dempresonantie uit.

Instellen van de resonantie door veranderen van de waarde van de [Dempresonantie] instelling

  1. Houd de “SOUND MODE” toets ingedrukt en druk dan op de G3 of A}3 klaviertoets.

    Gebruik van de +/– klaviertoetsen om de instelwaarde met 1 te verhogen of verlagen (bedieningstype B)

    Figure

Toetsenbord

Details van de instelling

G3

Verlaagt de sterkte van de dempresonantie met 1 (–).

A}3

Verhoogt de sterkte van de dempresonantie met 1 (+).

Instellen van de dempruis

Als op het demppedaal van een akoestische piano wordt gedrukt, wordt er een zacht geluid geproduceerd wanneer de demper zich van de pianodraad verwijdert. U kunt het volume van deze ruis instellen met het onderdeel [Dempruis].

Instellen van de [Dempruis] op <Toon> of <Uit>

  1. Houd de “SOUND MODE” toets ingedrukt en druk dan op de A3 of B}3 klaviertoets.

    Rechtstreeks selecteren van een instelwaarde (bedieningstype A)

    Figure

Toetsenbord

Instelling

Details van de instelling

A3

Toon

Selecteert automatisch een waarde die geschikt is voor de huidige toon.

B}3

Uit

Schakelt de dempruis uit.

Instellen van het ruisvolume door veranderen van de waarde van de [Dempruis] instelling

  1. Houd de “SOUND MODE” toets ingedrukt en druk dan op de B3 of C4 klaviertoets.

    Gebruik van de +/– klaviertoetsen om de instelwaarde met 1 te verhogen of verlagen (bedieningstype B)

    Figure

Toetsenbord

Details van de instelling

B3

Verlaagt het volume van de dempruis met 1 (–).

C4

Verhoogt het volume van de dempruis met 1 (+).

Instellen van de open-snaarresonantie

Het hoge register van een akoestische piano heeft geen demper en is altijd open snaar, waardoor de unieke resonantie wordt verkregen. U kunt de resonantie afstellen met het onderdeel [Open-snaarresonantie].

Instellen van de [Open-snaarresonantie] op <Toon> of <Uit>

  1. Houd de “SOUND MODE” toets ingedrukt en druk dan op de C{4 of D4 klaviertoets.

    Rechtstreeks selecteren van een instelwaarde (bedieningstype A)

    Figure

Toetsenbord

Instelling

Details van de instelling

C{4

Toon

Selecteert automatisch een waarde die geschikt is voor de huidige toon.

D4

Uit

Schakelt de open-snaarresonantie uit.

Instellen van de resonantie door veranderen van de waarde van de [Open-snaarresonantie] instelling

  1. Houd de “SOUND MODE” toets ingedrukt en druk dan op de E}4 of E4 klaviertoets.

    Gebruik van de +/– klaviertoetsen om de instelwaarde met 1 te verhogen of verlagen (bedieningstype B)

    Figure

Toetsenbord

Details van de instelling

E}4

Verlaagt de sterkte van de open-snaarresonantie met 1 (–).

E4

Verhoogt de sterkte van de open-snaarresonantie met 1 (–).

Instellen van de aliquotresonantie

Een aliquot is een resonator die soms wordt gebruikt in akoestische piano’s. Hierbij wordt gebruikt gemaakt van aanvullende snaren in de middelste en bovenste registers. Soms wordt dit de duplexsschaal genoemd. U kunt deze resonantie instellen met het onderdeel [Aliquotresonantie].

Instellen van de [Aliquotresonantie] op <Toon> of <Uit>

  1. Houd de “SOUND MODE” toets ingedrukt en druk dan op de F4 of F{4 klaviertoets.

    Rechtstreeks selecteren van een instelwaarde (bedieningstype A)

    Figure

Toetsenbord

Instelling

Details van de instelling

F4

Toon

Selecteert automatisch een waarde die geschikt is voor de huidige toon.

F{4

Uit

Schakelt de aliquotresonantie uit.

Instellen van de resonantie door veranderen van de waarde van de [Aliquotresonantie] instelling

  1. Houd de “SOUND MODE” toets ingedrukt en druk dan op de G4 of A}4 klaviertoets.

    Gebruik van de +/– klaviertoetsen om de instelwaarde met 1 te verhogen of verlagen (bedieningstype B)

    Figure

Toetsenbord

Details van de instelling

G4

Verlaagt de sterkte van de aliquotresonantie met 1 (–).

A}4

Verhoogt de sterkte van de aliquotresonantie met 1 (+).

Instellen van de pedaalbedieningsruis

Bij gebruik van de pedalen van een akoestische piano wordt een mechanisch geluid (ruis) geproduceerd. U kunt het volume van deze ruis instellen met het onderdeel [Pedaalbedieningsruis].

Instellen van de [Pedaalbedieningsruis] op <Toon> of <Uit>

  1. Houd de “SOUND MODE” toets ingedrukt en druk dan op de A4 of B}4 klaviertoets.

    Rechtstreeks selecteren van een instelwaarde (bedieningstype A)

    Figure

Toetsenbord

Instelling

Details van de instelling

A4

Toon

Selecteert automatisch een waarde die geschikt is voor de huidige toon.

B}4

Uit

Er wordt geen bedieningsruis geproduceerd.

Instellen van het ruisvolume door veranderen van de waarde van de [Pedaalbedieningsruis] instelling

  1. Houd de “SOUND MODE” toets ingedrukt en druk dan op de B4 of C5 klaviertoets.

    Gebruik van de +/– klaviertoetsen om de instelwaarde met 1 te verhogen of verlagen (bedieningstype B)

    Figure

Toetsenbord

Details van de instelling

B4

Verlaagt het volume van de pedaalbedieningsruis met 1 (–).

C5

Verhoogt het volume van de pedaalbedieningsruis met 1 (+).

Instellen van de toets-aan bedieningsruis

Als de klaviertoetsen op een akoestische piano erg zacht worden aangeslagen, bereiken de hamers de snaren niet en hoort u alleen de mechanische actie (ruis) van de piano. U kunt het volume van deze ruis instellen met het onderdeel [Toets-aan bedieningsruis].

Instellen van de [Toets-aan bedieningsruis] op <Toon> of <Uit>

  1. Houd de “SOUND MODE” toets ingedrukt en druk dan op de C{5 of D5 klaviertoets.

    Rechtstreeks selecteren van een instelwaarde (bedieningstype A)

    Figure

Toetsenbord

Instelling

Details van de instelling

C{5

Toon

Selecteert automatisch een waarde die geschikt is voor de huidige toon.

D5

Uit

Er is geen toets-aan bedieningsruis.

Instellen van het ruisvolume door veranderen van de waarde van de [Toets-aan bedieningsruis] instelling

  1. Houd de “SOUND MODE” toets ingedrukt en druk dan op de E}5 of E5 klaviertoets.

    Gebruik van de +/– klaviertoetsen om de instelwaarde met 1 te verhogen of verlagen (bedieningstype B)

    Figure

Toetsenbord

Details van de instelling

E}5

Verlaagt het volume van de toets-aan bedieningsruis met 1 (–).

E5

Verhoogt het volume van de toets-aan bedieningsruis met 1 (+).

Instellen van de toets-uit bedieningsruis

Als een vinger wordt verwijderd van het toetsenbord van een akoestische piano, genereert dit een geluid (ruis) dat overeenkomt met de bediening van de piano. U kunt het volume van deze ruis instellen met het onderdeel [Toets-uit bedieningsruis].

Instellen van de [Toets-uit bedieningsruis] op <Toon> of <Uit>

  1. Houd de “SOUND MODE” toets ingedrukt en druk dan op de F5 of F{5 klaviertoets.

    Rechtstreeks selecteren van een instelwaarde (bedieningstype A)

    Figure

Toetsenbord

Instelling

Details van de instelling

F5

Toon

Selecteert automatisch een waarde die geschikt is voor de huidige toon.

F{5

Uit

Er is geen toets-uit bedieningsruis.

Instellen van het ruisvolume door veranderen van de waarde van de [Toets-uit bedieningsruis] instelling

  1. Houd de “SOUND MODE” toets ingedrukt en druk dan op de G5 of A}5 klaviertoets.

    Gebruik van de +/– klaviertoetsen om de instelwaarde met 1 te verhogen of verlagen (bedieningstype B)

    Figure

Toetsenbord

Details van de instelling

G5

Verlaagt het volume van de toets-uit bedieningsruis met 1 (–).

A}5

Verhoogt het volume van de toets-uit bedieningsruis met 1 (+).

Instellen van de dekselsimulator

Het geluid van een vleugel verandert afhankelijk van hoever het deksel openstaat. Als u bij deze Digitale Piano de openingshoek van het deksel afstelt met de [Dekselsimulator], wordt de verandering van het geluid via digitale signaalverwerking nagebootst. (De dekselsimulator werkt onafhankelijk van het open/sluitmechanisme van het bovenpaneel van de behuizing.)

  1. Houd de “SOUND MODE” toets ingedrukt en druk dan op een van de A5 t/m C{6 klaviertoetsen.

    Rechtstreeks selecteren van een instelwaarde (bedieningstype A)

    Figure

Toetsenbord

Instelling

Details van de instelling

A5

Toon

Selecteert automatisch een waarde die geschikt is voor de huidige toon.

B}5

Dicht

Het deksel is gesloten.

B5

Semi

Het deksel is een stukje open.

C6

Volledig

Het deksel is volledig open.

C{6

Verwijderd

Het deksel is verwijderd.