Gebruik van de geluidsmoduseffecten (Zaalsimulator/Nagalm en Surround)
Bij meermalen aantikken van de “SOUND MODE” toets worden de effecten beurtelings in- en uitgeschakeld.
Zaalsimulator/Nagalm
Dit effect voegt nagalm toe aan het geluid.
Zaalsimulator
Dit effect bootst de verschillende akoestische karakteristieken van beroemde concertzalen en gebouwen na.
Nagalm
Dit effect reproduceert de nagalm van een bepaalde ruimte, zoals een kamer of zaal.
Surround
Het surroundgeluid (verspreidingseffect) wordt uitgeoefend op het weergavegeluid van de luidsprekers van de Digitale Piano.
In-/uitschakelen van de Zaalsimulator/Nagalm en Surround
-
Tik op de “SOUND MODE” toets.
-
Bij meermalen aantikken van de toets zullen de indicators boven de toets oplichten of doven zoals hieronder aangegeven.
-
Selecteren van de Zaalsimulator/Nagalm-voorkeuzes
-
Houd de “SOUND MODE” toets ingedrukt en druk dan op een van de A0 t/m C{2 klaviertoetsen.
Rechtstreeks selecteren van een instelwaarde (bedieningstype A)
-
Standaardwaarde: Toon
|
Toetsenbord |
Instelling |
Details van de instelling |
|
A0 |
Toon |
Het zaalsimulator/nagalmtype dat het beste overeenkomt met de huidige toon wordt automatisch ingesteld. |
|
B}0 |
Salon |
Dit zijn de diverse zaalsimulatortypen. Bijvoorbeeld, “N.Y. Club” bootst de akoestiek van een Manhattan muziekclub na terwijl “Berlin Hall” een arena-stijl concertzaal voor klassieke muziek in Berlijn is. |
|
B0 |
N.Y. Club |
|
|
C1 |
Scoring Stage |
|
|
C{1 |
Opera Hall |
|
|
D1 |
Viennese Hall |
|
|
E}1 |
L.A. Hall |
|
|
E1 |
Berlin Hall |
|
|
F1 |
British Stadium |
|
|
F{1 |
Room 1 |
Kamertype nagalm |
|
G1 |
Room 2 |
|
|
A}1 |
Room 3 |
|
|
A1 |
Large Room |
|
|
B}1 |
Hall 1 |
Kleine-zaaltype nagalm |
|
B1 |
Hall 2 |
|
|
C2 |
Hall 3 |
|
|
C{2 |
Stadium |
Stadiontype nagalm |
Aanpassen van de uitgeoefende zaalsimulator/nagalm
-
Houd de “SOUND MODE” toets ingedrukt en druk dan op de bijbehorende klaviertoets.
-
Instelwaarde: 0 (geen effect) t/m 42 (maximale diepte)
Er klinkt een scheidingstoon wanneer de instelwaarde een veelvoud van 10 bereikt.
|
Toetsenbord |
Instelling |
|
D2 |
Vermindert de diepte van het effect toegepast op de ingebouwde geluidsbronnen met 1 (–). |
|
E}2 |
Vermeerdert de diepte van het effect toegepast op de ingebouwde geluidsbronnen met 1 (+). |
|
D2+E}2 |
De diepte van het effect wordt teruggezet op de standaardinstelling voor de ingebouwde geluidsbronnen (standaardwaarde: 21). |
|
E2 |
Vermindert de diepte van het effect op het draadloze audio-ingangssignaal met 1 (–). |
|
F2 |
Vermeerdert de diepte van het effect op het draadloze audio-ingangssignaal met 1 (+). |
|
E2+F2 |
De diepte van het effect wordt teruggezet op de standaardinstelling voor het draadloze audio-ingangssignaal (standaardwaarde: 0). |
Selecteren van surroundvoorkeuzes
-
Houd de “SOUND MODE” toets ingedrukt en druk dan op een van de F{2 t/m A}2 klaviertoetsen.
Rechtstreeks selecteren van een instelwaarde (bedieningstype A)
-
Standaardwaarde: Surroundtype 2
|
Toetsenbord |
Instelling |
Details van de instelling |
|
F{2 |
Surroundtype 1 |
Licht effect |
|
G2 |
Surroundtype 2 |
Medium effect |
|
A}2 |
Surroundtype 3 |
Sterk effect |