Veranderen van de instellingen voor het Lower gedeelte

Instellen van het volume van het Lower gedeelte

  1. Houd de “TONE” toets ingedrukt en druk dan op de A}7 of A7 klaviertoets.

    Gebruik van de +/– klaviertoetsen om de instelwaarde met 1 te verhogen of verlagen (bedieningstype B)

    Figure

Klaviertoets

Instelling

A}7

Verlaagt het volume van het Lower gedeelte met 1 stap (–).

A7

Verhoogt het volume van het Lower gedeelte met 1 stap (+).

A}7 + A7

Het volume van het Lower gedeelte wordt teruggezet op de standaardinstelling.

Fijnstemmen van het Lower gedeelte (Lower ontstemmen)

Fijnstemmen van de relatieve toonhoogte van het Lower gedeelte naar het Upper1 gedeelte.

  1. Houd de “TONE” toets ingedrukt en druk dan op de B}7 of B7 klaviertoets.

    Gebruik van de +/– klaviertoetsen om de instelwaarde met 1 te verhogen of verlagen (bedieningstype B)

    Figure

Klaviertoets

Instelling

B}7

Verlaagt de toonhoogte van het Lower gedeelte met 1 honderdste (–).

B7

Verhoogt de toonhoogte van het Lower gedeelte met 1 honderdste (+).

B}7 + B7

Maakt de toonhoogte van het Lower gedeelte gelijk aan de toonhoogte van het Upper1 gedeelte (standaardinstelling).

In-/uitschakelen van het demppedaaleffect voor het Lower gedeelte

U kunt instellen of het demppedaaleffect wel of niet op het Lower gedeelte wordt uitgeoefend.

  1. Houd de “TONE” toets ingedrukt en druk dan op de C8 klaviertoets (Lower demper).

    In-/uitschakelen of veranderen van instelwaarden met behulp van een enkele klaviertoets (bedieningstype D)

    Figure

Instelling

Details van de instelling

Uitgeschakeld

Het demppedaaleffect is uitgeschakeld.

Ingeschakeld

Het demppedaaleffect is ingeschakeld.