Benaming en functie van de onderdelen

Afbeelding van AP-550.

1. FUNCTION toets

   Wordt gebruikt voor basisinstellingen.

2. SOUND MODE toets

   Wordt gebruikt om instellingen zoals de [SOUND MODE] te veranderen.

3. METRONOME toets

   Wordt gebruikt om de metronoom aan/uit te zetten.

4. a toets

   Wordt gebruikt voor weergeven/stoppen van een melodie.

5. 0(opname) toets

   Wordt gebruikt om uitvoeringen op te nemen.

6. GRAND PIANO toets

   Stelt de toon in op <GRAND PIANO 1 CONCERT>.

7. Zaalsimulator/nagalmindicator

   Brandt wanneer [Zaalsimulator/Nagalm] op <Aan> staat.

8. Surroundindicator

   Brandt wanneer [Surround] op <Aan> staat.

9. DEMO indicator

   Brandt wanneer een demonstratiemelodie wordt weergegeven.

10. Maatslagindicator

    De linkerkant knippert bij de eerste maatslag en de rechterkant knippert op het ritme van de resterende maatslagen, bijvoorbeeld bij het weergeven van een melodie.

11. Spoorindicator

    Tijdens weergeven/opnemen licht “L” op om het gedeelte van een spoor voor de linkerhand aan te geven en “R” licht op om het gedeelte van een spoor voor de rechterhand aan te geven.

12. Visuele informatiebalk

    Geeft diverse informatie door middel van lampjes.

13. P(aan/uit) toets

    Schakelt de stroomvoorziening in/uit. De buitenomtrek van de toets geeft de status van de Bluetooth^®-verbinding aan door middel van de kleur van het licht.

14. Volumeknop

    Hiermee wordt het volume van de Digitale Piano ingesteld.

15. PHONES/OUTPUT aansluitingen

16. Stroomaansluiting (DC 24 V)

17. PEDAL UNIT aansluiting

18. USB type-B aansluiting

19. USB type-A aansluiting