Breukberekeningen
Merk op dat de invoermethode voor breuken afhankelijk is van de huidige instelling van Input/Output in het menu SETTINGS.
73 invoeren
(Input/Output: MathI/MathO of MathI/DecimalO)
7 3 of 7 3 |
73 |
(Input/Output: LineI/LineO of LineI/DecimalO)
7 3 |
![]() |
(a) noemer, (b) teller
Voorbeeld: 23 + 32 = 136
(Input/Output: MathI/MathO)
- 2
3
3
2

(Input/Output: LineI/LineO)
- 2
3
3
2

Opmerking
In berekeningsresultaten worden breuken, wanneer Auto is geselecteerd voor Simplify in het menu TOOLS in de Calculate-app, weergegeven nadat ze zijn teruggebracht tot hun kleinste vorm.
Breukopmaak berekeningsresultaten
Een berekeningsresultaat waarvan het totale aantal breukcijfers (inclusief noemer, teller en scheidingssymbool
) groter is dan 10 kan niet worden weergegeven met de breukopmaak.
Voorbeeld 1:
1
12345678 = 1
12345678
(Input/Output: LineI/LineO)
- 1
12345678

Aangezien het totale aantal cijfers van de waarde 1
12345678 10 is, wordt het resultaat weergegeven als een breukwaarde.
Voorbeeld 2:
1
123456789 = 8,100000074 × 10-9
(Input/Output: LineI/LineO)
- 1
123456789

Aangezien het totale aantal cijfers van de waarde 1
123456789 11 is, wordt het resultaat weergegeven als een decimale waarde.
Opmerking
Als breuken en decimale waarden in een berekening door elkaar worden gebruikt terwijl iets anders dan MathI/MathO is geselecteerd, zal het resultaat worden weergegeven als een decimale waarde.
3 of 7
