Restberekeningen
U kunt de
-functie gebruiken om het quotiënt en de restwaarde van een deling te verkrijgen.
Voorbeeld: Berekenen van het quotiënt en de rest van 5 ÷ 2 (quotiënt = 2, rest = 1)
- 5
2 
(1) Quotiënt
(2) Rest
Opmerking
Alleen de quotiëntwaarde van een
-berekening wordt in het Rép-geheugen opgeslagen.
Als een
-berekening deel is van een meervoudige berekening, wordt alleen het quotiënt doorgegeven aan de volgende operatie. (Voorbeeld: 10
17
6
→ 10 + 2)
Werking van de
,
,
,
, en
toetsen is uitgeschakeld zolang een rest van een deling op het scherm staat.
Gevallen waarin restdelingen overgaan in delingen zonder rest
Als een van de volgende condities bestaat wanneer u een restdeling uitvoert, zal de berekening behandeld worden als normale deling (zonder rest).
Als ofwel het deeltal of de deler een heel groot getal is
Voorbeeld: 20000000000
17
→ Berekend als: 20000000000 ÷ 17
Als het quotiënt geen positief geheel getal is, of de rest is geen positief geheel getal of positieve breukwaarde
Voorbeeld:
5
2
→ Berekend als: -5 ÷ 2


