Direct naar inhoud

Restberekeningen

U kunt de -functie gebruiken om het quotiënt en de restwaarde van een deling te verkrijgen.


Voorbeeld: Berekenen van het quotiënt en de rest van 5 ÷ 2 (quotiënt = 2, rest = 1)

  • 5 2

(1) Quotiënt

(2) Rest


Opmerking

Alleen de quotiëntwaarde van een -berekening wordt in het Rép-geheugen opgeslagen.

Als een -berekening deel is van een meervoudige berekening, wordt alleen het quotiënt doorgegeven aan de volgende operatie. (Voorbeeld: 10176 → 10 + 2)

Werking van de , , , , en toetsen is uitgeschakeld zolang een rest van een deling op het scherm staat.

Gevallen waarin restdelingen overgaan in delingen zonder rest

Als een van de volgende condities bestaat wanneer u een restdeling uitvoert, zal de berekening behandeld worden als normale deling (zonder rest).

Als ofwel het deeltal of de deler een heel groot getal is

Voorbeeld: 2000000000017
→ Berekend als: 20000000000 ÷ 17

Als het quotiënt geen positief geheel getal is, of de rest is geen positief geheel getal of positieve breukwaarde

Voorbeeld: 5 2 → Berekend als: -5 ÷ 2

deze pagina afdrukken
Terug naar boven