Wanneer u op drukt na het invoeren van waarden of een expressie, dan werkt het berekende resultaat automatisch het geheugen voor het laatste resultaat bij door het resultaat op te slaan.

Naast wordt het geheugen voor het laatste resultaat ook bijgewerkt met een resultaat wanneer u op , , of drukt.

U kunt het geheugen voor het laatste resultaat oproepen door op te drukken.

Het geheugen voor het laatste resultaat kan maximaal 15 cijfers opslaan voor de mantisse en twee cijfers voor de exponent.

Het geheugen voor het laatste resultaat wordt niet bijgewerkt als de bewerkingen met een van bovenstaande toetsbewerkingen tot een fout leiden.

Opeenvolgende berekeningen

U kunt het berekeningsresultaat dat op dit moment op de display staat (en ook is opgeslagen in het geheugen voor het laatste resultaat) gebruiken als de eerste waarde van uw volgende berekening. Merk op dat als u op een operatortoets drukt wanneer een resultaat wordt weergegeven, de weergegeven waarde dan wijzigt in Rép, wat erop wijst dat het de waarde is die op dit moment in het geheugen voor het laatste resultaat zit.

Het berekeningsresultaat kan ook worden gebruikt met een daaropvolgende functie van type A (x2, x-1, ° ’ ”), +, -, ^, √ , × en ÷.

Voorbeeld 1: Het resultaat van 3 × 4 delen door 30

• 34
• 12,

• (Vervolg)    30
• 

Voorbeeld 2: Om de onderstaande berekeningen uit te voeren:

• 123456
• 579,

• (Vervolg)    789
• 210,

U kunt berekeningsresultaten bij het onafhankelijke geheugen optellen, of ervan aftrekken.

Wanneer er een waarde anders dan nul in het onafhankelijke geheugen is opgeslagen, verschijnt de aanduiding "M" in de display.

Voorbeeld 1:

Om de inhoud van M te wissen

• 0
• 0,

Om het resultaat van 10 × 5 bij M bij te tellen

• (Vervolg)    105
• 50,

Om het resultaat van 10 + 5 van M af te trekken

• (Vervolg)    105
• 15,

Om de inhoud van M op te roepen

• (Vervolg)    
• 35,

Voorbeeld 2:

23 + 9 = 32
53 - 6 = 47
-) 45 × 2 = 90
99 ÷ 3 = 33
(Totaal)   22

• 239
• 32,

• 536
• 47,

• 452
• 90,

• 993
• 33,

• 
• 22,