Direct naar inhoud

Breukberekeningen

Voorbeeld 1: 23 + 15 = 1315

  • 2315

Voorbeeld 2: 12 + 1,6 = 2,1

  • 1216

Opmerking

Waarden worden automatisch als een decimaal getal weergegeven wanneer het aantal cijfers van een breuk (geheel getal + teller + noemer + scheidingstekens) groter is dan 10.

De resultaten van berekeningen die breuken en decimale waarden mengen, zijn altijd decimaal.

Er treedt een fout op als u en gemengde breuk probeert in te voeren.

Omzetting Decimaal ↔ Breuk

Om een berekeningsresultaat tussen breuken en het decimale formaat te wisselen: Druk op .


Voorbeeld 1: 2,75 = 114 (Decimaal → Breuk)

  • 275

Voorbeeld 2: 12 ↔ 0,5 (Breuk ↔ Decimaal)

  • 12

Omzetting Onechte breuk ↔ Gemengde breuk

Om een berekeningsresultaat tussen onechte breuken en echte breuken te wisselen: Druk op .


Voorbeeld: 53 ↔ 123

  • 53
deze pagina afdrukken
Terug naar boven