Breukberekeningen
Voorbeeld 1: 23 + 15 = 1315
- 2
3
1
5

Voorbeeld 2: 12 + 1,6 = 2,1
- 1
2
1
6

Opmerking
Waarden worden automatisch als een decimaal getal weergegeven wanneer het aantal cijfers van een breuk (geheel getal + teller + noemer + scheidingstekens) groter is dan 10.
De resultaten van berekeningen die breuken en decimale waarden mengen, zijn altijd decimaal.
Er treedt een fout op als u en gemengde breuk probeert in te voeren.
Omzetting Decimaal ↔ Breuk
Om een berekeningsresultaat tussen breuken en het decimale formaat te wisselen: Druk op
.
Voorbeeld 1: 2,75 = 114 (Decimaal → Breuk)
- 2
75

Voorbeeld 2: 12 ↔ 0,5 (Breuk ↔ Decimaal)
- 1
2

Omzetting Onechte breuk ↔ Gemengde breuk
Om een berekeningsresultaat tussen onechte breuken en echte breuken te wisselen: Druk op
.
Voorbeeld: 53 ↔ 123
- 5
3





