Nadat ik een reeks berekeningen op een rekenmachine uit de S-V.P.A.M.-serie heb uitgevoerd en het antwoord in het geheugen wil opslaan, wordt het antwoord gewijzigd in totaal iets anders.
A11
Als u een eenvoudige bewerking uitvoert die uit twee stappen bestaat, en u drukt op de [=]-toets, kunt u het antwoord in het geheugen opslaan door op [SHIFT] [STO] [M] te drukken.
Bijvoorbeeld: voer 9-2 in, druk op [=] en het antwoord is 7. U slaat vervolgens het antwoord 7 in het geheugen op door op [SHIFT] [STO] [M] te drukken.
Als u daarna nog meer berekeningen uitvoert en daarbij het antwoord uit de vorige berekening gebruikt, wordt het antwoordgeheugen door de rekenmachine gebruikt, zoals weergegeven als Ans op het display. Wanneer u klaar bent met de berekening en op [SHIFT] [STO] [M] drukt, wordt de laatste berekening herhaald en wordt het resultaat daarvan in het geheugen opgeslagen.
Bijvoorbeeld: voer 3×3 in, druk op [=] en het antwoord is 9. Druk vervolgens op [-] [2] [=] om 2 van dat antwoord af te trekken. Het antwoord wordt dan 7. Druk vervolgens op [SHIFT] [STO] [M] waarna 5 in het geheugen wordt opgeslagen (omdat 2 wordt afgetrokken van de 7 die in het antwoordgeheugen stond).
Als u daarna meerdere berekeningen achter elkaar uitvoert en u wilt een antwoord in het geheugen opslaan, drukt u op [Ans] gevolgd door [SHIFT] [STO] [M].
Dit kan ook gelden voor andere rekenmachines uit de S-V.P.A.M.-serie, zoals de fx-991MS.
